Press & Media
TOEKOMST VAN DE BELGISCHE ROOTSREGGAE VERZEKERD
(PLANETE BLEUE, FACTOR X, DEEP CULTCHA &OMAR PERRY
–
HET OUDE BADHUIS ANTWERPEN, 3 SEPTEMBER 2004)
Jammer van de lage opkomst (problemen met de affiches,
werd ons verteld), de soms abominabele sound (Omar
Perry konden we pas goed horen na een vakkundige ingreep
van Sensi P) en de tamme belichting. Dat de aantredende
bands erin slaagden om het publiek toch nog te ontroeren
en enthousiast te maken, getuigt van niet alleen van
hun muzikale kwaliteiten maar ook van hun mentale
kracht en gedrevenheid.
Eerst Planète Bleue, geschraagd door een indrukwekkende
ritmesectie, die zonder schroom miltante rockers speelde,
Sly & Robbie achterna. Goed ook om te zien dat
Poppa Grassie (in de vroege jaren ’80 beter
bekend als Grasshopper, Antwerp’s number 1 toaster)
eindelijk zijn plaats heeft gevonden en nu met zijn
bas de foundation legt voor de muziek van een nieuwe
generatie. De zanger van Planète Bleue loopt
over van positive irations maar eigenlijk kan hij
beter rappen. En dan de toetsenist laten zingen, zoals
in Aisha, een geslaagde reggaecover van Khaleds grootste
hit. Of de zangeres melodica laten spelen, op een
van de lang uitgesponnen dubs. Maar voor de rest een
zeer aangename verrassing dus, deze nieuwe rootsgroep,
amper twee maanden bij elkaar maar nu al prima op
elkaar ingespeeld. De kroon op het werk: een Franstalige
version van Smoking My Ganja (Capital Letters, 1981),
onweerstaanbaar aanstekelijk en toch nog zuivere roots,
zeker in de dub.
Poppa Grassie stond ook op het
podium bij Factor X, zijn bas blijkbaar nog luider
afgestemd dan daarvoor. Maar dit was wel een heel
andere set. Ann (zus van Mika) schrijft songs die
aanleunen bij de klassieke reggae van Judy Mowatt
en Marcia Griffiths, van The Wailers en Bunring Spear,
met creatieve breaks en arrangementen en rijpe, boeiende
teksten. Laat Marcia Griffiths Office Nationale inzingen,
begeleid door The Wailers, en ze scoort er een hit
mee. Geen enkel nummer heeft ons verveeld, integendeel:
het verraste ons telkens dat we de nummers nog niet
kenden. En wat misschien nog het belangrijkste is:
geen enkele Belgische vrouw zingt de reggae zo mooi
als Factor X, zelfs niet haar eigen zus, toch het
(enige) vrouwelijke boegbeeld in ons land. Dit is
een stem met soul en overtuiging, een stem die het
verdient om opgenomen en gehoord te worden.
Nog twee mooie stemmen trouwens in die band: Didier,
de zanger van Deep Cultcha, en de percussionist. De
songs van de groep zelf maakten een wat rommelige
indruk op mij, maar dat kan ook aan de klank gelegen
hebben. En toen Omar Perry op het toneel verscheen
(en Sensi P zich even was gaan moeien met het geluid)
was al het leed verdwenen. Omar wordt almaar sterker,
toont almaar meer zelfvertrouwen en beleeft zichtbaar
veel plezier aan live optredens, ook al staat er maar
een handvol toeschouwers in de zaal. Hij ontwikkelt
ook langzaam zijn eigen stijl, een mix van Anthony
B en zijn vader Lee in zijn gekste dagen. Wie ons
in 1979 (de eerste lange reggaezomer) gezegd zou hebben
dat we 25 jaar later in het Oude Badhuis, toen een
vervallen pand aan het geheel verloederde Stuyvenbergplein,
zouden gaan kijken naar de zoon van Lee Perry, die
bovendien één van ons zou zijn, de vader
van een Belgisch kindje (de kleindochter van Lee Perry!),
wie dat dus toen allemaal zou gezegd hebben, zouden
wij voor gek verklaard hebben. Hoogtepunt: een version
van Dennis Walks' The Drifter (1972?). Nog nooit iemand
dat fantastische nummer weten coveren, en dat geheel
in rauwe Harry Mudie-stijl, de originele en ietwat
miskende producer van die sound.
Bij het buitengaan ook nog de nieuwe Rewind meegenomen
en gezien dat het goed was. De toekomst van de Belgische
reggae is verzekerd. (KM)
Source : www.reggae.be
|